Er zijn zoveel verschillende bestandstypes, dat ik best begrijp als je soms niet helemaal weet voor welke je nou moet gaan. In deze blog behandel ik de meest gebruikte bestandstypes, leg ik uit waarvoor deze voornamelijk gebruikt worden en behandel ik de voor- en nadelen van elk bestandstype zijn. Wil jij meer weten? Lees dan snel verder!
JPEG
JPEG is het meest gebruikte bestandstype voor het digitaal opslaan van afbeeldingen. JPEG, ook wel Joint Photograpic Experts Group, is een relatief klein bestand. Dit is voor veel gebruikers dus erg fijn en wordt vaak gebruikt bij het versturen van afbeelden, of het plaatsen van afbeeldingen op internet. Een JPEG bestand herken door de .jpg of .JPEG achter de bestandsnaam. Bij het opslaan van JPEG wordt het bestand verkleint. Er worden een hele groepen pixels verkleint tot 1 of een aantal nieuwe pixels. Dit levert kwaliteitsverlies op. Voor velen is deze kwaliteitsverlies niet zichtbaar, dus niet een groot probleem. Bij het opslaan van JPEG verlies je ook informatie die je niet meer kunt herstellen. Als je het JPEG bestand nog eens opslaat, wordt het bestand nog een keer verkleint, en verlies je opnieuw informatie en kwaliteit. Meerdere keren JPEG opslaan wil je dus het liefst vermijden.
Wil je jouw foto echt nog graag na bewerken en er alles uit halen wat er in zit? Dan is JPEG niet de juiste optie voor jou. Ga je liever voor gemak? Dan is JPEG wel een goede optie voor jou.
RAW
Een Raw bestand is een ruw bestand en een stuk groter dan een JPEG bestand, soms wel 10x zo groot. Een groot nadeel zou je zeggen, maar toch heeft Raw ook een hoop pluspunten. Een Raw bestand is een bestand dat nog bewerkt moet worden. Als je een JPEG en een Raw bestand naast elkaar zet, zie je dat een Raw bestand wat grauwig is. De kleuren zijn allemaal iets doffer. Dit komt doordat er over een JPEG foto altijd een soort filter zit. Dit gaat al automatisch bij het maken van de foto in JPEG. Bij Raw is dit dus niet het geval, en moet je het zelf nog bewerken.
Een Raw bestand kan je openen in bijvoorbeeld Photoshop, Lightroom of Capture One. Een Raw bestand herkennen is bij elk merk weer anders. Dit komt doordat de extensie bij Raw bij elk merk weer anders is. Bij Nikon is het .NEF, bij Canon .CR2, bij Sony. ARW en bij Fujifilm .RAW. Je kan bij een Raw bestand veel veranderen en bewerken. Je hebt eigenlijk alles in de hand en je kan de foto tot op de puntjes uitwerken voor het perfecte eindresultaat, zonder kwaliteitsverlies. JPEG kan je ook nog wel bewerken als je zou willen, maar dit wordt lang niet zo mooi als bij een Raw bestand.
Zien jullie het verschil in de kleuren? De bovenste is een RAW bestand en de onderste een JPEG bestand. Allebei onbewerkt.
TIFF
TIFF is een veel gebruikt bestandstype onder fotografen, omdat je bij dit bestandstype geen kwaliteit verliest bij het opslaan en bewerken van de foto. TIFF (Tagged Imgae File Format) is een pixelbestand die veel wordt gebruikt voor het opslaan van foto’s. Bij een TIFF bestand kan je de foto met lagen bewerken waardoor dit ook een perfect bestand is om je foto’s mee te bewerken. Ook heb je de mogelijkheid om dit bestand een transparante achtergrond te geven. Een groot voordeel is dat de foto’s super scherp blijven en er geen informatie verloren gaat. Het zijn wel weer grote bestanden, dus neemt dit veel opslag in. Een TIFF bestand herken je door de extensie .TIFF.
PNG
Een PNG (Portable Network Graphics) bestand is een kleiner bestand. Ook wel te vergelijken met een JPEG bestand. Een groot voordeel van een PNG bestand is dat je het makkelijk kunt comprimeren (verkleinen) zonder dat je kwaliteit verliest. Dit is bij een JPEG bestand anders, deze bestanden worden vaak al snel korreliger. PNG bestanden zijn voornamelijk bedoeld voor online gebruik en publicatie, bijvoorbeeld voor logo’s. Een PNG bestand kan je herkennen door .PNG achter de bestandsnaam. Net als bij een TIFF bestand kan je ook bij een PNG werken met een transparante achtergrond. Een PNG kan je eigenlijk met elke browser openen, ook erg handig dus!
PSD
Een PSD bestand is iets waar elke fotograaf of grafische ontwerper ongetwijfeld mee te maken krijgt. Het is namelijk de standaardindeling van Photoshop voor het opslaan van gegevens. PSD staat voor Photoshop Document. Een PSD bestand kan uit verschillende lagen bestaan, die je in Photoshop allemaal los van elkaar kunt bewerken. Ze kunnen daarom dus erg groot zijn en zijn niet erg geschikt voor het online versturen. Je kunt je PSD bestand zo groot maken als je zelf wilt. Door verschillende lagen en maskers te gebruiken met verschillende filters, afbeeldingen, teksten en objecten wordt je bestand groter, maar verliest hierdoor geen kwaliteit.
Een PSD bestand kun je met verschillende programma’s openen, maar soms openen deze programma’s niet alle lagen van je PSD en verlies je informatie. Daarom is het bij een PSD het handigst om dit gewoon lekker te openen met Photoshop. Zo ben je er zeker van dat alle lagen zijn geopend en je weer door kan met het bewerken en retoucheren van je foto.
Het opslaan van een PSD doe je dus ook in Photoshop en kan je herkennen door .PSD achter je bestandsnaam.
Tot slot
Zo, ik hoop dat je nu een wat beter beeld hebt van al die verschillende bestandstypes waar je uit kunt kiezen. Dit zijn ze zeker nog niet allemaal, maar in ieder geval degene waar je waarschijnlijk nog veel mee te maken gaat krijgen als fotograaf. Lees het rustig nog een aantal keer door om de verschillen nog even goed op een rijtje te zetten. Nog een leuk idee voor de blog van volgende week? Laat het me weten in de comments, en tot volgende week!
Volg je me al op Instagram en Bloglovin’?
No Comments